Gewichten en maten

Biologische gegevens

Beschrijving van het dier

De serpeling, wetenschappelijk bekend als Leuciscus leuciscus, is een vissoort die voornamelijk in de wateren van Europa voorkomt. Deze vis, behorend tot de familie van de karperachtigen (Cyprinidae), is te vinden in een breed scala aan waterlichamen, van heldere, snelstromende rivieren en beken tot langzaam stromende rivieren en meren met een zand- of grindbodem.

De serpeling is een relatief kleine vis, waarbij volwassen exemplaren gewoonlijk een lengte van ongeveer 15 tot 20 centimeter bereiken, hoewel sommige individuen kunnen uitgroeien tot ongeveer 30 centimeter. Deze vissen hebben een slank, langwerpig lichaam met een licht zilvergrijze tot groenige kleur aan de bovenzijde en een meer zilverwitte kleur aan de onderzijde. De flanken kunnen glanzen met een lichte, soms bijna gouden schittering. Hun rugvin en staartvin zijn meestal grijs van kleur, terwijl de buikvinnen en de anaalvin een iets lichtere tint hebben.

Een kenmerkend aspect van de serpeling is de kleine, maar duidelijk zichtbare, zwarte stip aan de basis van de voorste stralen van de borstvinnen, die als een goed identificatiepunt dient. De kop van de serpeling is relatief klein met een spitse snuit, en ze hebben een mond die ontworpen is om voedsel van de bodem te zuigen.

Serpelingen voeden zich voornamelijk met kleine waterinsecten, larven, plankton en algen. Ze staan bekend om hun snelle, behendige zwemgedrag en kunnen vaak worden gezien terwijl ze in scholen zwemmen, vooral tijdens het foerageren.

De voortplanting vindt plaats in het voorjaar wanneer het water begint op te warmen. De vrouwtjes leggen hun eieren op zandige of grindachtige bodems in ondiepe wateren. De eieren zijn kleverig en hechten zich aan de bodem of aan waterplanten. Na ongeveer twee weken komen de eieren uit, afhankelijk van de watertemperatuur.

Hoewel de serpeling niet als een bedreigde soort wordt beschouwd, heeft de kwaliteit van het water in hun leefomgeving een aanzienlijke impact op hun populatie. Vervuiling, habitatverlies door verstedelijking en overmatige wateronttrekking voor landbouw en industrie vormen bedreigingen voor hun leefgebieden.

In sommige Europese landen wordt de serpeling gewaardeerd als sportvis, hoewel hij niet tot de meest populaire vissen behoort. Hun vlees wordt over het algemeen niet hoog gewaardeerd voor consumptie, deels vanwege hun kleine formaat en de vele kleine graten.

Al met al is de serpeling een fascinerend onderdeel van de Europese zoetwaterfauna, met een unieke ecologische niche en een interessant levenspatroon dat bijdraagt aan de biodiversiteit van de wateren waarin ze leven.