Gewichten en maten
Biologische gegevens
Beschrijving van het dier
De Brasemblei, wetenschappelijk bekend als Abramis ballerus, is een intrigerende vissoort die tot de familie van de karperachtigen behoort. Deze vis, die vooral te vinden is in de zoete en brakke wateren van Europa en Azië, heeft een aantal kenmerkende eigenschappen die hem onderscheiden van andere leden van de karperfamilie.
Een van de meest opvallende kenmerken van de Brasemblei is zijn lichaamsbouw. Het lichaam van de Brasemblei is typisch langwerpig en zijdelings afgeplat, wat hem een gestroomlijnde vorm geeft die hem in staat stelt efficiënt door het water te bewegen. De vis kan een lengte bereiken van ongeveer 30 tot 45 centimeter, hoewel sommige exemplaren onder gunstige omstandigheden nog groter kunnen worden. De schubben van de Brasemblei hebben een zilverachtige glans met een blauwgroene schijn op de rug, die overgaat in een lichtere buik. Deze kleurencombinatie stelt de vis in staat om zich aan te passen aan verschillende wateromgevingen, waardoor hij minder zichtbaar is voor roofdieren.
De kop van de Brasemblei is relatief klein in vergelijking met het lichaam, met een ietwat spitse snuit. De mond is eindstandig en kan enigszins worden uitgestulpt, wat de vis helpt bij het vangen van zijn prooi. Wat betreft voeding, is de Brasemblei omnivoor, met een dieet dat zowel uit plantaardig materiaal als uit kleine waterdieren bestaat. Dit dieet omvat algen, kleine kreeftachtigen, insectenlarven en soms kleine vissen.
De Brasemblei komt voor in een breed scala aan waterlichamen, van grote meren en rivieren tot kleinere vijvers en kanalen. Hij geeft de voorkeur aan wateren met een langzame stroming of stilstaand water en is vaak te vinden in gebieden met veel vegetatie, waar hij schuilplaatsen en voedsel kan vinden. De Brasemblei is een schoolvis, wat betekent dat hij het grootste deel van zijn tijd doorbrengt in groepen van meerdere vissen, wat hem beschermt tegen roofdieren en helpt bij het zoeken naar voedsel.
De voortplanting van de Brasemblei vindt plaats in het late voorjaar of vroege zomer, wanneer de watertemperatuur begint te stijgen. Tijdens de paaitijd zoeken vrouwtjes geschikte plekken uit in ondiep water, vaak tussen waterplanten, waar ze hun eieren leggen. De mannetjes bevruchten de eieren vervolgens. De jonge vissen groeien snel en bereiken geslachtsrijpheid na ongeveer twee tot drie jaar.
Ondanks zijn aanpassingsvermogen en verspreiding, staat de Brasemblei in sommige delen van zijn verspreidingsgebied onder druk door habitatverlies, vervuiling en overbevissing. Behoudinspanningen zijn van cruciaal belang om de populaties van deze unieke vissoort te beschermen en te behouden voor toekomstige generaties.