Bedreigingsstatus

Beschrijving van het dier

De Dunbekmeeuw (Chroicocephalus genei), een lid van de meeuwenfamilie, is een middelgrote vogelsoort die zich onderscheidt door zijn slanke bouw en, zoals de naam al doet vermoeden, een opvallend dunne snavel. Deze snavel is langer en fijner dan die van veel andere meeuwensoorten, wat de Dunbekmeeuw een elegante uitstraling geeft. De vogel heeft een lengte die varieert tussen de 37 en 42 centimeter, met een spanwijdte van ongeveer 90 tot 102 centimeter.

Het verenkleed van de Dunbekmeeuw vertoont een kenmerkend patroon dat seizoensgebonden variaties ondergaat. Tijdens het broedseizoen hebben de volwassen vogels een lichtgrijze bovenzijde en zijn de vleugels voorzien van een zwarte rand, wat een fraai contrast oplevert met hun overwegend witte lichaam. Een uniek kenmerk in het broedseizoen is de donkere, chocoladebruine kap die zich uitstrekt van de bovenkant van de kop tot net achter de ogen, waardoor ze makkelijk te onderscheiden zijn van andere meeuwsoorten. Buiten het broedseizoen vervaagt deze kap naar een meer gespikkeld en minder opvallend patroon, waardoor de vogels een overwegend witte indruk maken.

De Dunbekmeeuw is voornamelijk te vinden in de kustgebieden rond de Middellandse Zee, de Zwarte Zee en tot aan de kusten van West- en Zuid-Azië. Hun habitat omvat zowel zoute als brakke wateren, waarbij ze een voorkeur hebben voor ondiepe, beschutte gebieden zoals lagunes, estuaria, en zoutpannen. Deze vogels zijn gedeeltelijk trekvogels; sommige populaties verplaatsen zich na het broedseizoen naar zuidelijker gelegen gebieden, terwijl anderen in hun broedgebied blijven als de omstandigheden dit toelaten.

Het dieet van de Dunbekmeeuw bestaat hoofdzakelijk uit vis, die ze vaak vangen door vlak boven het wateroppervlak te vliegen en met hun lange snavel prooien uit het water te pikken. Daarnaast eten ze ook insecten, weekdieren en andere kleine waterdieren, afhankelijk van wat er in hun leefgebied beschikbaar is.

Tijdens het broedseizoen vormen Dunbekmeeuwen kolonies die soms bestaan uit duizenden paren. Ze nestelen op de grond, waarbij ze een eenvoudig nest maken in een ondiepe kuil. Het vrouwtje legt meestal twee tot drie eieren, die door beide ouders worden bebroed. Na het uitkomen nemen beide ouders de zorg voor de jongen op zich, die na ongeveer een maand vliegvlug zijn.

Ondanks dat de Dunbekmeeuw niet als een bedreigde soort wordt beschouwd, staan ze wel onder druk door habitatverlies en vervuiling in hun broed- en voedselgebieden. Behoudsinspanningen zijn gericht op het beschermen van hun natuurlijke habitats en het waarborgen van de waterkwaliteit in deze gebieden om de populatie gezond te houden.