Gewichten en maten
Lengte |
van 48 tot 56 cm |
Gewicht |
van 550 tot 1180 g |
Vleugelspanwijdte |
van 117 tot 134 cm |
Bedreigingsstatus
Beschrijving van het dier
De Kleine Mantelmeeuw (Larus fuscus) is een vogelsoort die behoort tot de familie van de meeuwen (Laridae). Deze soort is een interessante verschijning binnen de Europese vogelwereld en is ook in Nederland een bekende verschijning langs de kustgebieden en steeds vaker ook in het binnenland.
Uiterlijk kenmerkt de Kleine Mantelmeeuw zich door zijn middelgrote gestalte, met een lengte variërend van 55 tot 67 centimeter en een spanwijdte tussen de 130 en 158 centimeter. Wat direct opvalt aan deze meeuw is de donkergrijze tot bijna zwarte kleur van de rug en vleugels, welke in schril contrast staat met de overwegend witte onderdelen. De kop is in de broedtijd helderwit en in de winter krijgt deze een karakteristieke gevlekte tekening. De snavel is geel met een rode vlek op de ondersnavel, die dient als een visuele prikkel voor de jongen. De poten zijn geel en de ogen zijn omringd door een dunne witte rand, wat de vogel een opvallende blik geeft.
De Kleine Mantelmeeuw is een opportunistische voeder die zich voedt met een breed scala aan voedsel, variërend van vis en zeevruchten tot afval en aas. Ze zijn vaak te zien hoe ze behendig voedsel uit het water oppikken of landbouwvelden afstruinen op zoek naar insecten en kleine zoogdieren.
De broedtijd van de Kleine Mantelmeeuw vindt plaats vanaf april, waarbij ze in kolonies broeden op zowel de grond als op kliffen en soms zelfs op gebouwen in stedelijke omgevingen. Het nest wordt gemaakt van plantenmateriaal en geplaatst op een locatie die bescherming biedt tegen roofdieren. De vrouwtjes leggen meestal 2 tot 3 eieren, die na ongeveer drie weken broeden uitkomen.
Jonge Kleine Mantelmeeuwen hebben een bruin gevlekt verenkleed dat hen helpt op te gaan in de omgeving en zo beschermd te zijn tegen roofdieren. Na enkele jaren bereiken ze het volwassen verenkleed en zijn ze klaar om zelf te gaan broeden.
De Kleine Mantelmeeuw is een trekvogel, waarbij veel vogels de wintermaanden doorbrengen in het zuiden van Europa en Afrika, hoewel sommige individuen ook in Nederland blijven.
Ondanks dat de Kleine Mantelmeeuw zich aan veel omgevingen kan aanpassen, staat de soort onder druk door verlies van broedgebieden en vervuiling van hun leefomgeving. Desondanks wordt de soort momenteel niet als bedreigd beschouwd.
Samenvattend is de Kleine Mantelmeeuw een fascinerende vogelsoort met een opvallend uiterlijk en een breed verspreidingsgebied, die zowel aan de kust als in het binnenland van Nederland een vertrouwd beeld vormt.