Bedreigingsstatus
Beschrijving van het dier
De Bengaalse stern, wetenschappelijk bekend als Thalasseus bengalensis, is een opvallende verschijning binnen de familie van de sterns. Deze middelgrote zeevogel, met een lengte van ongeveer 36 tot 42 centimeter en een spanwijdte van 80 tot 95 centimeter, is gemakkelijk te herkennen aan zijn slanke lichaamsbouw, lange smalle vleugels en relatief lange staart. De Bengaalse stern heeft een karakteristieke zwarte kopkap die in het broedseizoen duidelijk zichtbaar is, een witte onderzijde, en een lichtgrijze bovenzijde. De snavel is lang en puntig, perfect aangepast aan zijn dieet, en varieert in kleur van geel tot oranje met een zwarte punt tijdens het broedseizoen.
De Bengaalse stern is een trekvogel die wijdverspreid voorkomt langs de kusten en op eilanden in de Indische Oceaan en de westelijke Stille Oceaan. Hun leefgebied omvat kustlijnen, estuaria, lagunes en soms zelfs zoetwatergebieden verder landinwaarts tijdens het trekseizoen. Ze broeden in kolonies op zand- of grindstranden, soms ook op de grond van daken nabij kustgebieden.
Wat betreft hun voedingsgewoonten, zijn Bengaalse sterns voornamelijk viseters. Ze duiken behendig vanuit de lucht het water in om kleine vissen en soms schaaldieren te vangen. Hun jachttechniek is indrukwekkend; ze zweven vaak op een hoogte voordat ze met een spectaculaire duikvlucht hun prooi vangen.
De voortplantingstijd varieert per regio, maar vindt voornamelijk plaats tijdens het lokale droge seizoen, wanneer het waterpeil lager is en toegang tot voedselbronnen optimaal is. Het nest is over het algemeen een eenvoudige kuil in het zand of grind, waarin de vrouwtjes 1 tot 3 eieren leggen. Beide ouders nemen de verantwoordelijkheid voor de incubatie en zorg voor de kuikens, die na ongeveer 3 tot 4 weken vliegvlug zijn.
Ondanks dat de Bengaalse stern als minst zorgwekkend wordt beschouwd op de Rode Lijst van de IUCN, wordt de soort toch bedreigd door habitatverlies door kustontwikkeling, vervuiling en verstoring van broedgebieden. Daarnaast kunnen extreme weersomstandigheden zoals cyclonen hun broedsucces beïnvloeden.
In het algemeen is de Bengaalse stern een fascinerend voorbeeld van aanpassingsvermogen en schoonheid binnen de avifauna, wiens voortbestaan afhankelijk is van de instandhouding van zijn natuurlijke habitat en de bescherming tegen menselijke verstoringen.