Gewichten en maten
Lengte |
van 45 tot 50 mm |
Vleugelspanwijdte |
van 60 tot 70 mm |
Beschrijving van het dier
De Beekrombout (Gomphus vulgatissimus) is een opvallende verschijning binnen de libellenfamilie en is specifiek te vinden in de waterrijke gebieden van Nederland, evenals in een groot deel van Europa. Dit dier, dat behoort tot de familie van de rombouten (Gomphidae), is vooral te herkennen aan zijn karakteristieke uiterlijke kenmerken en gedrag.
De Beekrombout heeft een lengte die varieert van 45 tot 50 millimeter, waarbij het mannetje en het vrouwtje enigszins van elkaar verschillen in kleurpatronen en -intensiteit. De basis van hun lichaam is overwegend groen en zwart, een camouflage die ze uitstekend in staat stelt zich te verbergen tussen de vegetatie langs waterkanten. De ogen van de Beekrombout zijn opvallend groen en staan wijd uit elkaar, wat typisch is voor de familie van de rombouten.
De vleugels van de Beekrombout zijn transparant met een geelbruine tot amberkleurige basis, waardoor ze, wanneer ze in het zonlicht fladderen, een prachtige glans vertonen. Een uniek kenmerk van de Beekrombout is de manier waarop hij zijn vleugels houdt wanneer hij rust: in tegenstelling tot veel andere libellensoorten, die hun vleugels gespreid houden, vouwt de Beekrombout zijn vleugels boven zijn lichaam samen.
De leefomgeving van de Beekrombout is nauw verbonden met stromend, helder water. Ze geven de voorkeur aan beken en kleine rivieren met een rijke vegetatie langs de oevers. Deze vegetatie biedt niet alleen schuilplaatsen tegen roofdieren, maar dient ook als uitkijkposten tijdens de jacht op prooien zoals muggen, vliegen en andere kleine insecten.
De voortplanting van de Beekrombout vindt plaats in de nabijheid van het water. Na de paring zet het vrouwtje haar eitjes af op planten onder water. De ontwikkeling van larven, die volledig onder water plaatsvindt, kan afhankelijk van de omstandigheden één tot drie jaar duren. Deze larven zijn ware roofdieren, die leven van kleine waterorganismen tot ze uiteindelijk verpoppen tot de volwassen libel.
De Beekrombout is te zien vanaf laat in de lente tot in de vroege herfst, waarbij de piek van hun activiteit plaatsvindt in de maanden juni en juli. Tijdens deze periode zijn ze vooral actief in de warmere uren van de dag, jagend op prooien of biddend voor een partner.
Hoewel de Beekrombout in sommige delen van zijn verspreidingsgebied als algemeen wordt beschouwd, staat de soort in andere gebieden onder druk, voornamelijk door verlies van leefgebied door vervuiling en veranderingen in landgebruik. Bescherming van hun natuurlijke habitats is daarom van cruciaal belang om de populaties van deze fascinerende libel te behouden.