Foto: Vink
Ook bekend als
  • Pěnkava domácí
Gewichten en maten
Lengte van 14 tot 16 cm
Gewicht van 18 tot 29 g
Vleugelspanwijdte van 24,5 tot 28,5 cm
Bedreigingsstatus
Onverschrokken
Beschrijving van het dier
De vink, wetenschappelijk bekend als Fringilla coelebs, is een veelvoorkomende zangvogel die tot de familie van de vinkachtigen (Fringillidae) behoort. Deze vogelsoort is verspreid over Europa, Azië en Afrika, en staat bekend om zijn opvallende verschijning en melodieuze zang. De vink heeft een stevige bouw met een relatief grote kop en sterke snavel, wat hem uitstekend geschikt maakt voor het kraken van zaden, zijn voornaamste voedselbron.

Het verenkleed van de mannelijke vink is tijdens het broedseizoen bijzonder kleurrijk, met een opvallende blauwgrijze kruin en nek, roestrode flanken en borst, en een heldergroene rug. De vleugels vertonen een opvallend patroon van zwart en wit, terwijl de staart voornamelijk zwart is met witte zijkanten. Vrouwelijke vinken en jonge vogels hebben een meer ingetogen kleurenpalet, bestaande uit diverse tinten bruin en grijs, wat hen een goede camouflage biedt tegen roofdieren.

Vinken bewonen een verscheidenheid aan habitats, van dichte bossen en open boslandschappen tot parken en tuinen in stedelijke gebieden. Ze zijn zeer aanpasbaar en kunnen zowel in lage als hoge gebieden overleven, zolang er maar voldoende voedsel en nestgelegenheid beschikbaar is. Hun dieet bestaat voornamelijk uit zaden, maar tijdens het broedseizoen eten ze ook insecten om aan de hogere eiwitbehoefte van hun jongen te voldoen.

De zang van de mannelijke vink is melodieus en complex, en wordt gebruikt om territoria af te bakenen en vrouwtjes aan te trekken. Elk mannetje heeft zijn eigen unieke zangpatroon, dat bestaat uit een reeks fluittonen, trillers en klikkende geluiden. De zang speelt een cruciale rol in de voortplantingscyclus van de vink.

Vinken zijn monogaam tijdens het broedseizoen, wat betekent dat een mannetje en een vrouwtje samenwerken om hun jongen groot te brengen. Het vrouwtje bouwt het nest, meestal in de vork van een boom of struik, en bekleedt het met zacht materiaal zoals mos, veren en haar. Ze legt doorgaans 4 tot 6 eieren, die na ongeveer twee weken broeden uitkomen. Zowel het mannetje als het vrouwtje zorgen voor de jongen, die na ongeveer twee weken het nest verlaten.

Ondanks dat de vink in veel gebieden een veelvoorkomende en wijdverspreide soort is, wordt hij in sommige regio's bedreigd door habitatverlies, vervuiling en het gebruik van pesticiden. Beschermingsmaatregelen en een bewust beheer van natuurlijke habitats zijn essentieel om de populaties van deze boeiende vogelsoort te behouden voor toekomstige generaties.
Verspreidingskaart
Foto: Vink - voorkomen
Vergelijkbare dieren
Nieuwe dierenfoto's