Gewichten en maten
Biologische gegevens
Beschrijving van het dier
De Oostelijke ringslang, wetenschappelijk bekend als Natrix natrix, is een fascinerende soort die behoort tot de familie van de echte slangen (Colubridae). Deze soort, die ook wel bekend staat als de gewone waterslang, is wijdverspreid in Europa en delen van Azië, en heeft een bijzondere voorkeur voor vochtige habitats in de nabijheid van waterlichamen zoals rivieren, meren, vijvers en moerassen.
De Oostelijke ringslang is een middelgrote slang, met een gemiddelde lengte van ongeveer 70 tot 100 centimeter, hoewel sommige exemplaren kunnen uitgroeien tot meer dan 1 meter. Het lichaam van deze slang is relatief slank, en de schubben hebben een gladde textuur. De kleur van de huid varieert per individu en kan verschillende tinten groen, bruin, grijs of zelfs bijna zwart omvatten. Een opvallend kenmerk van de Oostelijke ringslang is de karakteristieke 'nekband' of 'ring', die meestal geel of wit van kleur is en zich rond de achterkant van de kop bevindt. Deze ring is echter niet altijd even duidelijk zichtbaar bij alle individuen.
Deze soort leidt een grotendeels aquatisch leven en is uitstekend aangepast aan het leven in en rond water. De Oostelijke ringslang is een uitstekende zwemmer en duiker, die vaak onder water op jacht gaat naar prooien. Het dieet van deze slang bestaat voornamelijk uit amfibieën zoals kikkers en salamanders, maar ook vissen, kleine zoogdieren en soms zelfs vogels kunnen op het menu staan.
De voortplanting van de Oostelijke ringslang vindt plaats in het voorjaar. Na de paring legt het vrouwtje tussen juni en juli eieren, meestal in een vochtige en warme omgeving zoals composthopen of onder rottend plantaardig materiaal. De eieren komen na ongeveer twee maanden uit, waarna de jonge slangen zelfstandig op zoek gaan naar voedsel.
Hoewel de Oostelijke ringslang in veel gebieden voorkomt, staat de soort in sommige regio's onder druk door habitatverlies, vervuiling en menselijke verstoring. Desondanks wordt de soort als geheel niet als bedreigd beschouwd, mede dankzij haar aanpassingsvermogen en brede verspreidingsgebied.
De Oostelijke ringslang is niet giftig en vormt geen bedreiging voor de mens. Bij bedreiging kan de slang zich echter wel verdedigen door een stinkende vloeistof af te scheiden of door zich dood te houden. Ondanks deze verdedigingsmechanismen is de Oostelijke ringslang over het algemeen schuw en zal ze eerder vluchten dan confronteren.
Al met al is de Oostelijke ringslang een intrigerende en belangrijke soort binnen haar ecosysteem, die bijdraagt aan de biodiversiteit en het natuurlijk evenwicht in haar leefgebied.