Gewichten en maten
Schofthoogte |
van 58 tot 68 cm |
Beschrijving van het dier
De Zwarte gier (Coragyps atratus), ook wel bekend als de zwarte aasgier, is een opvallende vogel die voornamelijk te vinden is in het westelijk halfrond. Dit dier behoort tot de familie van de gieren van de Nieuwe Wereld (Cathartidae) en is een van de meest voorkomende gierensoorten in zijn leefgebied. De zwarte gier speelt een cruciale rol in het ecosysteem als aaseter, door het opruimen van dode dieren en daarmee de verspreiding van ziektes te helpen voorkomen.
Uiterlijke kenmerken
De zwarte gier is relatief groot, met een lichaamslengte variërend van 56 tot 74 centimeter en een spanwijdte van 1,33 tot 1,67 meter. Het verenkleed is, zoals de naam al doet vermoeden, grotendeels zwart, met uitzondering van enkele grijze veren op de vleugels die vooral in vlucht zichtbaar zijn. Een van de meest onderscheidende kenmerken van de zwarte gier is zijn kop, die vrijwel kaal is en een grijze tot zwarte huid heeft. Deze kale kop is bijzonder praktisch tijdens het eten van aas, omdat het voorkomt dat veren bevuilen. De vogel heeft korte, brede vleugels en een korte staart, die het een enigszins onhandige vliegstijl geeft, maar het stelt de gier in staat om efficiënt te zweven en te profiteren van thermiek.
Gedrag en Leefwijze
Zwarte gieren zijn sociale dieren die vaak in grote groepen leven en samen zoeken naar voedsel. Ze hebben een uitstekend zicht en een goed ontwikkeld reukvermogen, wat hen helpt bij het lokaliseren van aas. Ondanks hun voorkeur voor aas, zijn zwarte gieren ook bekend om hun vermogen om kleinere levende prooien zoals insecten, vissen en soms zelfs jonge vogels te vangen.
Deze vogels zijn aangepast aan een breed scala van habitats, waaronder bossen, woestijnen, graslanden en zelfs stedelijke gebieden, waar ze vaak te zien zijn rond afvalstortplaatsen. Hun vermogen om in diverse omgevingen te overleven, toont hun aanpassingsvermogen en veelzijdigheid.
Voortplanting
Zwarte gieren zijn monogaam en vormen vaak levenslange paren. Hun nesten worden gebouwd op beschutte locaties zoals rotsspleten, holle bomen, of zelfs verlaten gebouwen. Het vrouwtje legt gewoonlijk 2 eieren, die door beide ouders worden bebroed over een periode van ongeveer 38 tot 45 dagen. Na het uitkomen, worden de jongen nog enkele maanden door de ouders verzorgd, tot ze volledig zelfstandig zijn.
Conservatiestatus
Momenteel wordt de zwarte gier als 'niet bedreigd' geclassificeerd door de Internationale Unie voor het Behoud van de Natuur (IUCN), dankzij zijn brede verspreiding en grote populatie. Echter, zoals bij veel wilde dieren, vormen veranderingen in het milieu, vergiftiging door het consumeren van vergiftigd aas en aanvaringen met windturbines en elektriciteitslijnen potentiële bedreigingen voor hun populatie.
Belang voor het Ecosysteem
Als aaseters spelen zwarte gieren een essentiële rol in het ecosysteem. Ze helpen bij het opruimen van dode dieren, waardoor ze de verspreiding van ziektes onder zowel wilde dieren als mensen voorkomen. Hun aanwezigheid draagt bij aan de gezondheid en het evenwicht van hun natuurlijke habitat, waardoor ze een onmisbare schakel vormen in de biodiversiteit van de regio's waar ze leven.
Verspreidingskaart