Terug naar de lijst

Watersnip

Gallinago gallinago

Foto: Watersnip
Beschrijving van het dier
De Watersnip (Gallinago gallinago) is een fascinerende vogelsoort die behoort tot de familie van snippen (Scolopacidae) en is een veelvoorkomende verschijning in vochtige, natte gebieden zoals moerassen, veengebieden, en langs de oevers van meren en rivieren in grote delen van Europa, Azië en het noorden van Afrika. Deze soort is vooral bekend om zijn unieke broedgedrag en de karakteristieke geluiden die hij maakt tijdens de baltsvlucht.
Qua uiterlijk is de Watersnip middelgroot met een lengte van ongeveer 25 tot 28 centimeter en een spanwijdte van 40 tot 44 centimeter. Een opvallend kenmerk is de lange, rechte snavel, die bijna even lang kan zijn als het lichaam van de vogel. Deze snavel gebruikt hij om voedsel uit de zachte modder te halen. Zijn verenkleed is bruin met een complex patroon van strepen en stippen, waardoor hij uitstekend gecamoufleerd is tegen de bodem van zijn leefomgeving. De onderzijde is lichter van kleur, variërend van crème tot wit met donkere strepen.
De Watersnip is een schuwe vogel die zich bij het minste gevaar stil houdt of zich snel verstopt in de vegetatie. Zijn vlucht is snel en onvoorspelbaar, met scherpe bochten en duikvluchten, wat hem moeilijk te volgen maakt voor roofdieren. Bij verstoring maakt de Watersnip vaak een scherp "tsjak"-geluid.
De voeding van de Watersnip bestaat voornamelijk uit insecten, wormen, kleine slakken en soms zaden, die hij met zijn gevoelige snavel uit de modder haalt. Deze snavel is uniek aangepast om prooien te detecteren zonder ze te zien, dankzij de gevoelige tip.
Tijdens het broedseizoen, dat loopt van eind maart tot in juli, voert de mannelijke Watersnip indrukwekkende baltsvluchten uit om een vrouwtje te lokken. Hij stijgt steil op, om vervolgens in een glijvlucht naar beneden te komen, waarbij zijn staartveren een snorrend geluid maken, dat doet denken aan het geluid van een kleine motor. Dit geluid, ook wel 'hemels geitje' genoemd vanwege de gelijkenis met het geluid van een geit, is kenmerkend voor de soort.
Na de paring bouwt het vrouwtje een goed verborgen nest op de grond, waarin ze 4 tot 6 eieren legt. Deze worden ongeveer drie weken bebroed, waarna de jongen uitkomen. De kuikens zijn nestvlieders en verlaten al snel na het uitkomen het nest, hoewel ze nog enige tijd door de ouders worden verzorgd.
De Watersnip is een trekvogel; veel populaties trekken in de herfst naar zuidelijker gelegen gebieden om te overwinteren en keren in het voorjaar terug naar hun broedgebieden. Tijdens deze trek kunnen ze soms in grote aantallen worden waargenomen.
Ondanks dat de Watersnip in veel van zijn verspreidingsgebied nog relatief algemeen is, vormen habitatverlies en veranderingen in landgebruik een bedreiging voor deze soort. Behoud van natte leefgebieden is daarom van cruciaal belang voor de instandhouding van deze bijzondere vogel.
Nieuwe dierenfoto's