Terug naar de lijst

Oeverloper

Actitis hypoleucos

Foto: Oeverloper
Gewichten en maten
Lengte van 20 tot 22 cm
Gewicht van 35 tot 85 g
Vleugelspanwijdte van 33 tot 40 cm
Bedreigingsstatus
Onverschrokken
Beschrijving van het dier
De Oeverloper, wetenschappelijk bekend als Actitis hypoleucos, is een kleine, maar opvallende vogel die deel uitmaakt van de familie van de strandlopers en snippen (Scolopacidae). Dit vogeltje is met name bekend vanwege zijn behendige bewegingen langs waterkanten en oevers, waar het voedsel zoekt. De Oeverloper is een trekvogel die breed verspreid voorkomt in Europa, Azië en Afrika, afhankelijk van het seizoen. In Nederland is het een doortrekker en zomergast, die vooral te zien is langs de kustgebieden, rivieren en meren.

Uiterlijke kenmerken van de Oeverloper zijn onder meer zijn relatief slanke bouw en korte poten. De vogel heeft een lengte van ongeveer 19 tot 21 centimeter en een spanwijdte van 38 tot 41 centimeter. Het verenkleed is overwegend grijsbruin aan de bovenzijde en wit aan de onderzijde, met kenmerkende donkere vlekken en strepen. De borst en flanken kunnen ook fijne, donkere streepjes vertonen. Een opvallend kenmerk is de witte wenkbrauwstreep die contrasteert met de donkere oogstreep. De snavel is relatief lang en recht, terwijl de poten groenachtig tot geelachtig zijn, wat opvallend is wanneer de vogel in ondiep water of modder wroet op zoek naar voedsel.

Het dieet van de Oeverloper bestaat voornamelijk uit kleine ongewervelden zoals insecten, wormen, kleine visjes en kreeftachtigen. Zijn voedsel zoekt hij door met zijn snavel in de modder of het zand te prikken, vaak in ondiep water. De vogel vertoont daarbij een kenmerkend gedrag, waarbij hij snel langs de waterlijn rent, plotseling stopt om te pikken, en dan weer verder rent.

De broedtijd van de Oeverloper vindt plaats in de late lente en vroege zomer. Het nest wordt op de grond gemaakt, vaak goed verborgen tussen vegetatie in de buurt van water. De vogel legt meestal drie tot vier eieren, die door beide ouders worden uitgebroed. Na het uitkomen zorgen beide ouders voor de jongen, die al snel na het uitkomen zelfstandig voedsel beginnen te zoeken.

Tijdens de trekperiodes kunnen Oeverlopers indrukwekkende afstanden afleggen, waarbij sommige individuen vanuit hun broedgebieden in Noord-Europa en Azië naar overwinteringsgebieden in Zuid-Europa, Afrika en Zuid-Azië trekken. Deze trektochten getuigen van de opmerkelijke uithoudingsvermogen en navigatievaardigheden van deze vogels.

De Oeverloper speelt een belangrijke rol in de ecosystemen waarin hij voorkomt, als zowel predator als prooi. Hoewel de soort momenteel niet als bedreigd wordt beschouwd, kunnen veranderingen in zijn leefgebied, zoals vervuiling en habitatverlies, potentiële bedreigingen vormen. Beschermingsmaatregelen en het behoud van natte gebieden zijn daarom van cruciaal belang voor de instandhouding van deze en andere soortgelijke watervogelpopulaties.
Nieuwe dierenfoto's