Terug naar de lijst

Gewoon vliegend draakje

Draco volans

Foto: Gewoon vliegend draakje
Gewichten en maten
Lengte van 20 tot 25 cm
Beschrijving van het dier
Het Gewoon vliegend draakje, wetenschappelijk bekend als Draco volans, is een fascinerende soort binnen de reptielenfamilie die voornamelijk in de bossen van Zuidoost-Azië te vinden is. Deze kleine, maar opmerkelijke hagedis heeft een reeks unieke kenmerken die hem onderscheidt van andere reptielen, en die hem een plaats hebben gegeven in de verbeelding van mensen als een 'mini-draak'.
Het meest opvallende kenmerk van het Gewoon vliegend draakje is zonder twijfel zijn vermogen om te 'vliegen', of nauwkeuriger gezegd, te zweven. Deze hagedis heeft speciale ribben die zich kunnen uitspreiden en een membraan ondersteunen dat bekend staat als het patagium. Wanneer het dier zich van boom tot boom verplaatst, spreidt het deze 'vleugels' uit om zo door de lucht te zweven. Hoewel het niet echt kan vliegen zoals vogels dat doen, stelt deze zweeftechniek het Gewoon vliegend draakje in staat om roofdieren te ontvluchten en zich snel tussen bomen te verplaatsen zonder de grond te hoeven betreden. De zweefvlucht kan afstanden tot wel 8 meter overbruggen.
Qua uiterlijk is het Gewoon vliegend draakje relatief klein, met een lichaamslengte die zelden meer dan 20 centimeter bedraagt, inclusief de staart. De huid van het draakje varieert in kleur, meestal aangepast aan de omgeving waarin het leeft, wat varieert van groen en bruin tot geel, wat helpt bij camouflage in de dichte bosrijke habitats. Mannetjes zijn vaak te herkennen aan hun helderdere kleuren en een groter patagium in vergelijking met de vrouwtjes. Bovendien hebben ze een keelzak die ze kunnen opblazen als onderdeel van hun paringsritueel om vrouwtjes aan te trekken.
Het dieet van het Gewoon vliegend draakje bestaat voornamelijk uit mieren en termieten. Deze hagedissen maken gebruik van hun behendigheid en snelheid om hun prooi te vangen, vaak liggend in de loer in de dichte bladeren voordat ze toeslaan.
Wat betreft de voortplanting leggen vrouwtjes eieren in zachte grond of in afgevallen boomstammen, waar ze veilig zijn voor roofdieren. De jongen zijn bij geboorte volledig zelfstandig en beschikken al over de vaardigheden om te klimmen en te zweven, wat cruciaal is voor hun overleving in de wildernis.
Het Gewoon vliegend draakje is een voorbeeld van de ongelooflijke aanpassingsvermogen van de natuur. Zijn unieke vliegmechanisme en aanpassingsvermogen aan de omgeving hebben ervoor gezorgd dat het een succesvolle soort is binnen zijn habitat. Ondanks dat het geen bedreigde soort is, is het belangrijk dat zijn leefomgeving behouden blijft om te zorgen dat deze opmerkelijke reptielen kunnen blijven voortbestaan.
Nieuwe dierenfoto's