Terug naar de lijst

Pontische meeuw

Larus cachinnans

Foto: Pontische meeuw
Bedreigingsstatus
Bedreigd
Beschrijving van het dier
De Pontische meeuw, wetenschappelijk bekend als Larus cachinnans, is een intrigerende vogelsoort die behoort tot de familie van de meeuwen (Laridae). Deze soort, die oorspronkelijk uit de regio rond de Zwarte Zee en de Kaspische Zee komt, heeft een opmerkelijke verspreiding en ecologie. De naam "Pontische meeuw" verwijst naar de oude Griekse benaming voor de Zwarte Zee, Pontus Euxinus, wat een indicatie is van het belangrijkste leefgebied van deze vogel.

Uiterlijk vertoont de Pontische meeuw gelijkenissen met andere meeuwen, maar er zijn enkele onderscheidende kenmerken. Volwassen exemplaren hebben een lichtgrijze rug en vleugels, met een kenmerkende witte rand aan de vleugelpunten. De onderzijde van het lichaam is overwegend wit. Een van de meest opvallende kenmerken is de felgele iris, omringd door een dunne rode ring, wat een scherp contrast vormt met de gele snavel die aan het uiteinde een rode vlek heeft. Jongere vogels hebben een meer gespikkeld bruin en wit verenkleed en missen de kenmerkende kleuren van de volwassenen. Hun snavel is ook donkerder en mist de rode vlek.

Qua grootte zijn Pontische meeuwen middelgrote tot grote meeuwen, met een lichaamslengte variërend van 55 tot 67 centimeter en een spanwijdte van 130 tot 155 centimeter. Hun grootte en bouw maken hen tot indrukwekkende vliegers, die vaak lange afstanden afleggen tijdens migraties of op zoek naar voedsel.

De habitat van de Pontische meeuw is divers, hoewel de voorkeur uitgaat naar kustgebieden, estuaria, meren en rivieren. Deze meeuwen zijn uiterst aanpasbaar en kunnen zowel in binnenlandse als in kustgebieden worden gevonden, waar ze vaak in grote kolonies leven. Hun dieet is alomvattend en omvat vis, kleine zoogdieren, insecten, en zelfs afval, wat hen tot opportunistische feeders maakt.

Pontische meeuwen zijn sociale dieren, vooral tijdens het broedseizoen, wanneer ze in grote kolonies broeden. Hun nesten, gemaakt van plantenmateriaal, worden meestal op de grond gebouwd, maar soms ook op daken van gebouwen in meer stedelijke gebieden. Het vrouwtje legt meestal 2 tot 4 eieren, die zowel door het mannetje als het vrouwtje worden bebroed.

De verspreiding van de Pontische meeuw strekt zich uit van Zuidoost-Europa tot Centraal-Azië, met sommige populaties die migreren naar warmere gebieden in het zuiden tijdens de wintermaanden. Deze meeuwensoort heeft zich aangepast aan een verscheidenheid aan menselijke omgevingen en wordt vaak gezien in steden en dorpen, waar ze gemakkelijk voedsel kunnen vinden.

De status van de Pontische meeuw wordt momenteel als 'niet bedreigd' beschouwd door de Internationale Unie voor het Behoud van de Natuur (IUCN), wat wijst op een stabiele en gezonde populatie. Desalniettemin blijft de bescherming van hun natuurlijke habitat essentieel om deze fascinerende vogelsoort voor toekomstige generaties te behouden.
Nieuwe dierenfoto's