Bedreigingsstatus
Beschrijving van het dier
De Kleine bonte specht (Dryobates minor), een van de kleinste en meest fijngebouwde spechtensoorten die in Nederland voorkomen, is een fascinerend vogel die in bossen, parken en grote tuinen te vinden is. Met een lengte van ongeveer 14 tot 17 centimeter en een spanwijdte van 25 tot 27 centimeter, is deze specht aanzienlijk kleiner dan zijn grotere verwanten zoals de Grote bonte specht.
Het verenkleed van de Kleine bonte specht vertoont een opvallend patroon van zwart en wit. De bovenzijde is hoofdzakelijk zwart met witte vlekken en strepen, terwijl de onderzijde wit is met een vaag grijze of beige tint. Mannetjes hebben een opvallende rode vlek aan de achterkant van hun hoofd, iets wat ontbreekt bij de vrouwtjes en jonge vogels. Deze subtiele geslachtsdimorfie helpt bij het onderscheiden van de geslachten in het veld.
Deze vogelsoort is voornamelijk te vinden in loof- en gemengde bossen met een voorkeur voor oudere bomen met veel dood hout, waar ze hun voedsel zoeken. Hun dieet bestaat voornamelijk uit insecten en hun larven, die ze behendig uit spleten in de bast pikken of onder afbladderende stukken schors vandaan halen. Daarnaast eten ze ook zaden, noten en bessen.
Kleine bonte spechten staan bekend om hun vermogen om met opmerkelijke behendigheid langs de stammen en takken van bomen te klimmen, vaak in een spiraalvormige beweging omhoog. Ze gebruiken hun stevige snavel niet alleen om insecten te vangen, maar ook om nestholtes in zacht of verrot hout uit te hakken. Deze nestholtes worden door de vogels zelf gemaakt en elk jaar opnieuw gebruikt of aangepast.
De roep van de Kleine bonte specht is een scherp en hoog "kik" geluid, en hun trommelgedrag - een snelle reeks van slagen met de snavel tegen een boomstam - is zachter en sneller dan dat van grotere spechtensoorten, passend bij hun kleinere gestalte.
Ondanks hun relatieve onopvallendheid, spelen Kleine bonte spechten een belangrijke rol in het ecosysteem door bij te dragen aan de controle van insectenpopulaties en het creëren van nestgelegenheden voor andere dieren. Hun aanwezigheid in een gebied kan wijzen op een gezond, oud bos met een rijke biodiversiteit. Hoewel ze in sommige delen van hun verspreidingsgebied onder druk staan door habitatverlies, worden ze in Nederland nog steeds als een vrij algemene soort beschouwd.
Verspreidingskaart