Gewichten en maten
Lengte |
van 48 tot 65 cm |
Gewicht |
van 800 tot 2100 g |
Vleugelspanwijdte |
van 110 tot 130 cm |
Biologische gegevens
Bedreigingsstatus
Beschrijving van het dier
De giervalk, wetenschappelijk bekend als Falco rusticolus, behoort tot de familie van de valken en is één van de grootste en krachtigste soorten binnen deze familie. Deze majestueuze vogel is tevens één van de meest begeerde en bewonderde roofvogels ter wereld, niet alleen vanwege zijn indrukwekkende voorkomen maar ook door zijn ongeëvenaarde jachtvaardigheden.
Uiterlijk kenmerkt de giervalk zich door zijn aanzienlijke grootte, met een lichaamslengte variërend van 50 tot 65 centimeter en een spanwijdte van 120 tot 160 centimeter. Het gewicht kan variëren tussen de 1,3 en 2,3 kilogram, waarbij de vrouwtjes doorgaans groter en zwaarder zijn dan de mannetjes. Deze valken hebben een krachtige bouw, met brede vleugels en een korte, krachtige staart die hen in staat stelt om met hoge snelheid en grote behendigheid te vliegen.
De verenkleed van de giervalk kan variëren van een bijna uniform witte kleur tot donkergrijs, met diverse tinten en patronen ertussen. De meest voorkomende kleurvarianten zijn de witte (polaire) vorm, de grijze vorm, en de donkere (antraciet) vorm. Ongeacht de kleur hebben de meeste giervalken donkere vlekken en strepen op het lichaam, met name op de onderzijde. Hun kop is relatief groot met scherpe, krachtige snavel en grote, donkere ogen die een uitstekend zicht bieden.
De giervalk komt voor in de koude, arctische en subarctische regio's van het noordelijk halfrond, waaronder Canada, Groenland, Rusland, Scandinavië en IJsland. Ze geven de voorkeur aan open landschappen zoals toendra's, bergachtige gebieden en kustlijnen. Tijdens de wintermaanden kunnen sommige individuen zuidelijker trekken, maar over het algemeen blijven ze dicht bij hun broedgebieden.
Als toppredator voedt de giervalk zich hoofdzakelijk met middelgrote vogels, zoals duiven, meeuwen en zelfs andere roofvogels. Ze staan bekend om hun spectaculaire jachttechniek, waarbij ze van grote hoogte in een duikvlucht hun prooi verrassen met snelheden die kunnen oplopen tot meer dan 300 kilometer per uur. Daarnaast kunnen ze ook kleine zoogdieren en vissen vangen.
De voortplantingstijd van de giervalk begint in het vroege voorjaar, wanneer koppels hun nesten bouwen op ontoegankelijke kliffen of in oude nesten van andere vogels. Het vrouwtje legt meestal 2 tot 5 eieren, die na een broedperiode van ongeveer 35 dagen uitkomen. Beide ouders zijn betrokken bij de zorg voor de jongen, die na ongeveer 7 tot 8 weken vliegvlug worden.
Ondanks hun indrukwekkende aanwezigheid en vaardigheden, worden giervalken geconfronteerd met verschillende bedreigingen, waaronder habitatverlies, klimaatverandering en vervolging. In sommige regio's zijn ze zeldzaam en worden ze beschermd door internationale wetgeving en conservatie-inspanningen. Hun uitzonderlijke schoonheid en kracht maken de giervalk tot een iconische soort in de wereld van de roofvogels, en een symbool van wilde, ongerepte natuur.