Gewichten en maten
Schofthoogte |
van 50 tot 60 cm |
Gewicht |
van 690 tot 1300 g |
Vleugelspanwijdte |
van 89 tot 95 cm |
Beschrijving van het dier
De wilde eend, wetenschappelijk bekend als Anas platyrhynchos, is een vogelsoort die tot de familie van de eendachtigen (Anatidae) behoort. Deze soort is waarschijnlijk de meest bekende en wijdverspreide eend ter wereld, en is de voorouder van de meeste rassen van de tamme eend.
Uiterlijk vertonen wilde eenden een opvallend seksueel dimorfisme, wat betekent dat mannetjes en vrouwtjes er heel verschillend uitzien. Het mannetje, ook wel woerd genoemd, heeft een opvallende metallic groene kop en nek, een witte halsband, een kastanjebruine borst en een grijze rug. De vleugels hebben opvallende blauwe spiegelveren omrand met witte strepen, die zichtbaar zijn in vlucht en in rust. Het vrouwtje daarentegen heeft een overwegend bruin verenkleed met een oranje tot bruine snavel, waardoor ze goed gecamoufleerd is, vooral tijdens de broedperiode. Beide geslachten hebben een oranje tot gele poten en een opvallende blauwe spiegel in de vleugels.
Wilde eenden zijn te vinden in een breed scala aan waterrijke gebieden, waaronder meren, rivieren, vijvers, moerassen en kustgebieden in Europa, Azië en Noord-Amerika. Ze hebben een voorkeur voor zoet water, maar kunnen ook in brak water worden aangetroffen. Deze aanpassingsvermogen maakt hen tot een van de meest voorkomende watervogels.
Deze vogels zijn omnivoor en hun dieet is divers, bestaande uit waterplanten, zaden, kleine vissen, amfibieën en insecten. Hun voedsel zoeken ze zowel aan de wateroppervlakte door te 'grondelen' (met hun kop onder water en staart omhoog) als op het land.
De voortplantingstijd begint in het vroege voorjaar. Het vrouwtje bouwt een nest dat goed verborgen is in dichte vegetatie in de buurt van water. Ze legt tussen de 8 en 12 eieren die ze in ongeveer 28 dagen uitbroedt. Tijdens deze periode is het vrouwtje bijzonder kwetsbaar voor roofdieren. De mannetjes blijven in de eerste weken bij het nest, maar verlaten vaak het vrouwtje voordat de eieren uitkomen.
Jonge wilde eenden zijn nestvlieders, wat betekent dat ze kort na het uitkomen het nest verlaten. Ze zijn in staat om vrijwel onmiddellijk te zwemmen en worden door het vrouwtje geleid en beschermd. Na ongeveer 50 tot 60 dagen zijn de jongen in staat om te vliegen en worden ze onafhankelijk.
Wilde eenden spelen een cruciale rol in hun ecosysteem door bij te dragen aan de verspreiding van planten via hun uitwerpselen en door als prooi te dienen voor verschillende roofdieren. Ondanks dat ze vaak worden bejaagd voor sport en voedsel, blijft de wilde eend door zijn aanpassingsvermogen en brede verspreiding een niet-bedreigde soort.