Terug naar de lijst

Oostelijke franjeaap

Colobus guereza

Foto: Oostelijke franjeaap
Ook bekend als
  • Gueréza habešská
Gewichten en maten
Lengte van 52 tot 57 cm
Gewicht van 8 tot 13,5 kg
Staartlengte van 53 tot 83 cm
Biologische gegevens
Levensduur van 12 tot 23 jaar
Draagtijd 5 m
Aantal jongen 1
Beschrijving van het dier
De Oostelijke franjeaap, wetenschappelijk bekend als Colobus guereza, is een opvallend en uniek primatensoort die voornamelijk te vinden is in de bossen en berggebieden van Oost-Afrika. Deze soort behoort tot de familie van de Colobidae, ook wel bekend als de bladapen, vanwege hun voornamelijk vegetarische dieet dat rijk is aan bladeren.

Een van de meest karakteristieke kenmerken van de Oostelijke franjeaap is zijn opvallende vacht. De vacht is hoofdzakelijk zwart, maar het gezicht wordt omlijst door lange witte haren, wat de indruk wekt van een sierlijke witte baard. Deze witte haren lopen ook langs de flanken en de staart van het dier, waardoor het een opvallend en onderscheidend uiterlijk heeft. De lange, pluizige witte staart is niet alleen een visueel kenmerk maar dient ook als balans tijdens het springen tussen bomen.

Volwassen exemplaren kunnen een lengte bereiken van ongeveer 45 tot 70 centimeter, exclusief de staart, die zelfs nog langer kan zijn dan hun lichaam. Mannetjes zijn over het algemeen iets groter en zwaarder dan vrouwtjes. Hun gewicht varieert gewoonlijk tussen de 7 en 14 kilogram.

De Oostelijke franjeaap leeft in groepsverband, waarbij groepen doorgaans bestaan uit 5 tot 15 individuen. Deze groepen zijn vaak een mix van mannetjes, vrouwtjes en jongen. Binnen deze sociale structuur speelt hiërarchie een belangrijke rol, met een dominant mannetje dat leiding geeft aan de groep.

Deze apen zijn herbivoren met een dieet dat voornamelijk bestaat uit bladeren, aangevuld met fruit, bloemen en soms insecten. Hun maag is uniek aangepast om de moeilijk verteerbare bladeren te verwerken. Ze hebben een complexe maag met meerdere compartimenten die helpen bij de fermentatie van cellulose, wat hen in staat stelt de nodige voedingsstoffen uit hun bladrijke dieet te halen.

De voortplanting bij de Oostelijke franjeaap kent geen specifiek seizoen, en vrouwtjes kunnen het hele jaar door jongen krijgen. De draagtijd bedraagt ongeveer zes maanden, waarna meestal één jong wordt geboren. Jongen hebben bij de geboorte een witte vacht, die na ongeveer drie maanden begint te veranderen naar de typische zwart-witte kleur van volwassenen.

Ondanks hun brede verspreiding staan Oostelijke franjeapen onder druk door habitatverlies en jacht. Ze worden in sommige gebieden gejaagd voor hun vlees en vacht, en hun leefgebieden worden steeds kleiner door ontbossing en landbouwontwikkeling. Hoewel ze in een aantal beschermde gebieden voorkomen, is het van cruciaal belang dat er inspanningen worden geleverd om hun natuurlijke habitat te behouden en te beschermen om te zorgen voor het voortbestaan van deze bijzondere soort.
Nieuwe dierenfoto's